donderdag 7 juli 2011

De bananenplantage van mijn vader.

Mijn vader heeft een bewogen leven achter de rug.

Zijn jeugd was nog redelijk onbezorgd.
Broertjes, zusjes, een zorgzame moeder waar hij veel van hield en er was altijd wel wat te eten.

In 1936 overleed zijn moeder.
Zijn vader kon niet meer voor de kinderen zorgen.
Die werden in weeshuizen in België geplaatst.

Een nachtmerrie voor mijn vader, die aan zijn vrijheid gehecht was.

Na het weeshuis en na de oorlog ging hij op avontuur.
Op de brommer naar Rusland, een hele onderneming!
Later in Suriname een bananenplantage.
Ook nog even tabak verbouwd.

Weer terug in Nederland een bouw/bouwherstelbedrijf.
Altijd bezig, altijd plannen.

In het grote huis waar hij nu woont, kan hij laten zien aan welke stukken hij nog heeft gewerkt.
De goed onderhouden tuin.
Het schilderijtje aan de muur.

Televisie kijkt hij niet meer.
Tennis? Steeds weer hetzelfde.
Tour de France? Al zo vaak gezien.
Alleen maar herhalingen.

Hij mijmert liever over het verleden.

Heel zeker weet hij het niet meer van die bromfietstocht naar Rusland.
Hij ging dacht hij per vliegtuig weer terug.
Die bananenplantage, daar is hij het meeste ook van vergeten.
DHr. M. weet er ook niet veel meer van
Die was op mijn vader's bed gaan liggen, en heeft nu verkeerde kleren aan.
De buurvrouw naast mijn vader aan de gemeenschappelijke tafel weet het ook niet meer.
Die praat honderduit over wat het vogeltje in de heg tegen haar heeft gezegd.


Soms is mijn vader een beetje helderder.
"Geef mij maar een pilletje", zegt hij dan.

zondag 9 januari 2011

Verlatingsangst

Mijn vader Wim heeft veel meegemaakt in zijn lange leven.
Hij is geboren op de langste dag van 1923.
Ergens op het platteland van Zeeland.

Zijn vader, mijn grootvader, was overtuigd katholiek.
En dat waren de meeste van de potentiële klanten niet.
Dat maakte het moeilijk om dingen te verkopen.
Maar ach, er was altijd wel wat te eten, al was het maar brood met bruine suiker.
En in een groot katholiek gezin was het altijd wel gezellig.
Een redelijk onbezorgde jeugd dus.

Het leven ging zijn gangetje.

Totdat mijn vader's moeder ziek werd.
Zes weken mocht ze in het ziekenhuis blijven.
Daarna moest ze eruit.
Zo ging dat toen.
De kerk wilde niet helpen.
Ze stierf.

Mijn grootvader die zielsveel van haar had gehouden bleef alleen met vijf kinderen.
Hij wendde zich verbitterd van de kerk af en DUS werden hem zijn kinderen afgenomen.
De kinderen werden weggestopt in weeshuizen in België,
zo ver mogelijk van de "ontaarde" vader.

Mijn vader heeft het verlies van zijn moeder nooit kunnen verwerken.
Ver na zijn zeventigste heeft hij geprobeerd er over te praten.
Het lukte hem niet.
De herinneringen werden hem te machtig.

Ook het weeshuis was geen lolletje.
Slecht eten. Nare discipline.
Zijn broer heeft tot zijn dood tweemaal per jaar bevrijdingsdag gevierd.
5 Mei en de dag waarop ze uit het gesticht mochten.

Mijn vader heeft aan deze gebeurtenissen een verschrikkelijke verlatingsangst overgehouden.

Na het weeshuis kwam al snel de oorlog.
Mijn vader heeft niet gevochten, maar hij heeft wel verschrikkelijke dingen gehoord en gezien.
Ook over die tijd kon hij moeilijk praten.
Het is hem wel gelukt om er een boekje o0ver te maken.
Voor zijn kinderen, kleinkinderen en zijn achterkleinkinderen.
Knap werk voor een bejaarde.


Vijf jaar na de oorlog kwam hij op een voormalig onderduikadres een meisje, Tiny, tegen waar hij verliefd op werd.


Hij hield van haar en ging er helemaal voor.
Altijd zou hij er voor haar zijn.

Ik denk dat hij er altijd bang voor was om haar vroegtijdig kwijt te raken.
Één keer heeft hij mij dat ook gezegd. dat was toen ze 50 werd: Hij had niet gedacht dat ze dat zou halen. Ondanks dat mijn moeder 10 jaar jonger is dan hij, was die gedachte niet vreemd. Mijn moeder's vader overleed jong en ook mijn moeder's broer was voor zijn vijftigste al dood.

Samen bouwden Wim en Tiny een leven op en zo veel mogelijk zorgde hij voor haar.
En samen zorgden ze voor de 6 kinderen.

Op latere leeftijd deed hij bijna alles voor haar.
Te veel zelfs: Mijn moeder kreeg te weinig beweging.

Toen mijn vader's Alzheimer te erg werd moesten mijn ouders de facto scheiden.
Mijn moeder woont nu in een bejaardenflat met verzorging.
Mijn vader woont in een tehuis voor Alzheimerpatiënten.

De zeldzame keren dat het tot mijn vader doordringt dat hij niet meer bij Tiny is kun je aan hem zien dat dat voor hem iets verschrikkelijks is.