maandag 24 mei 2010

Mistige Magie en Mystiek (2)

Persoonlijk ben ik nogal sceptisch tegenover alles wat "bovennatuurlijk" lijkt. Bedenk echter dat "sceptisch" niet betekent dat alles wat vreemd lijkt meteen maar afgekeurd moet worden als zijnde onzinnig.
Enkele voorbeelden van alledaagse onzin:
1) Acupunctuur.
Dat werd zo rond 1970 in Europa ontvangen als iets totaal onzinnigs.
Acupunctuur wordt (ook in China) niet veel meer gebruikt, maar er blijkt wel degelijk iets meetbaars te zijn op acupunctuurpunten.
2) Placebo-effect.
Dit wordt juist niet als iets onzinnigs beschouwd.
Telkens weer lijken mensen zich beter te voelen na behandeling met een nepmedicijn. Niet allemaal maar het gaat toch echt om vele procenten.
We accepteren dit verschijnsel, want het is meetbaar.
Er zijn vage verhalen als "patiënt krijgt aandacht, DUS hij voelt zich beter".
Je kunt dit ook omdraaien. Als het zo was, dat patienten met een placebo juist achteruit zouden gaan (ten opzichte van een controlegroep die helemaal niets krijgt), dan zou een redenering kunnen volgen als "patiënt denkt een medicijn te krijgen, DUS hij verzet zich niet meer tegen zijn ziekte".
Er is geen goede verklaring voor het placebo-effect
.
3) Piraten.
Deze is erg leuk en niet serieus. De aanhangers van de FSM-kerk kunnen statisisch aantonen dat er een duidelijk verband is tussen opwarming van de aarde en de afname van het aantal piraten.
Piratenkleren (sabeltje, Jolly Roger en zo) zijn daarom dringend aan te raden.
May you be touched by His Noodly Appendages...
(FSM = Flying Spaghetti Monster)


Beweert iemand iets vreemds, dan mag hij het proberen te bewijzen. En hoe vreemder de bewering, hoe harder het bewijs moet zijn en hoe beter gecontroleerd de proef.
Beweert iemand dat hij weet hoe de tekening op een papiertje in een enveloppe eruitziet, als hij maar voldoende tijd krijgt om zich in afzondering erop te concentreren, dan moet je zo iemand niet een enveloppe meegeven die met een nietje is "afgesloten" (Dit schijnt echt gebeurd te zijn in een "wetenschappelijke" omgeving.).



Het onder "Mistige Magie en Mystiek (1)" vermelde voorval lijkt nog enigszins meetbaar.
Het nu volgende is dat niet.
Doe ermee wat je wil.
Voor mij is het niet een bewijs voor mogelijke bovennatuurlijke zaken.

Een kwart eeuw geleden, 1985, trokken Manus en ik door Europa. Wij logeerden ook een nachtje bij kennissen van Manus in München. Deze mensen hadden waren geïnteresseerd in het bovennatuurlijke.

De aardige Duitsers, Albrecht Klaus en Eva Voigt (als ik mij de namen goed herinner) wilden graag een experiment. Ze hadden een ring die volgens hun bijzondere eigenschappen had. En ik moest zeggen wat voor ring het was.
OK.
Ik vroeg, om niet geleid te worden door onbewuste aanwijzingen, een afgesloten ruimte om mij te kunnen concentreren.
Manus en zij zouden in de tussentijd opschrijven wat ik zou moeten zien.

Mijn herinnering, die, hoop ik, zo ongeveer klopt: Ik kreeg een ring mee met twee stenen. De ene steen was langwerpig, gezet dwars op de ring. De kleur was lichtblauw. De andere was kleiner en ronder en enigszins schuin onder de andere gezet. De kleur van deze steen was aan de bovenkant dezelfde als die van de andere; meer naar onderen was hij grijzer. De ring zelf herinner ik mij niet.

Ik heb in een geluidsdichte kamer heel heel lang naar de ring gestaard, zonder dat er iets gebeurde. Ik zag gewoon een ring met twee stenen.
Concentratie.

Tijd en ruimte vervaagden.

En toen gebeurde het.
De ring "ging open".

Ik zag verdriet. Het verdriet van iemand die bedrogen was door degene die ooit zijn beste vriend was. Het verdriet van onbegrepen verlaten zijn.

De ring ging weer dicht.
Ik heb gewacht.
Nog een keer opende de ring zich.

Ik zag, heel even, een uiterst wrange lach.

Daarna ging de ring weer dicht. Na nog weer geruime tijd nam ik aan dat de ring besloten had dat ik genoeg gezien had.

Ik was meer dan een uur bezig geweest en was doodop.



Het verhaal van de ring:

De ring kwam uit Amerika. Hij was van een oude Indiaan geweest. De ring was zijn talisma
n. De Indiaan was aan de drank geraakt. Hij had zijn kostbaarste bezit verpand en was nooit meer teruggekomen.



Naschrift:

De ring heeft een bijzondere reputatie. Hij brengt geluk.
Indertijd, en nog heel lang daarna, vond ik mezelf niet de juiste persoon om gezelschap van deze ring te zijn. Daar was ik te slordig voor. Bovendien was mijn leven in die zomer van 1985 geweldig.
Nu, zomer 2010, nu het einde van mijn leven langzamerhand in zicht komt, en ik al mijn stoffelijke eigendommen van mij losmaak, is misschien de tijd gekomen.

Als de ring mij vindt, ga ook ik geloven in bovennatuurlijke zaken.


---

Mistige Magie en Mystiek (1)

Bijna iedereen heeft wel eens in zijn leven iets meegemaakt, dat "niet toevallig" kan zijn.

Ik ook. Heel griezelige ervaringen waren dat soms.
Op grond van die ervaringen zou ik zo langzamerhand overtuigd moeten zijn van paranormale dan wel bovennatuurlijke verschijnselen. Van Extra Sensory Perception.

Dat ben ik niet. Zolang de mogelijkheid van puur-natuurlijke oorzaken niet is uitgesloten, is het onzin om rarigheden te veronderstellen.
Ockham's razor, novacula Occami: Entia non sunt praeter necessitatem multiplicanda:

Twee bizarre gebeurtenissen zijn hier het vermelden waard.

Tijdens en kort na het door Nederland gewonnen EK-toernooi heb ik van twaalf wedstrijden de einduitslag "voorspeld". Niet alleen winst/gelijkspel/verlies, maar de aantallen doelpunten. En er waren geen foute "voorspellingen" bij.
Er leven nog vele getuigen van die gebeurtenis.
Is zoiets bijzonder?
Ja, wel als iemand aankondigt: "Ik ga nu van twaalf wedstrijden de uitslag voorspellen."
Even een beetje rekenen:
Sterk vereenvoudigd:
Er zijn meerdere min of meer normale uitslagen:
00, 11, 22, 33 als "normale" remises.
10, 20, 21, 30, 31, 32 als normale winsten.
01, 02, 12, 03, 13, 23 als normale verliezen.
Als we deze 12 mogelijkheden evenveel kans geven ,
dan is de kans dat je toevallig twaalf maal goed gokt
(1/12)^12 = 1/8,916,100,448,256
In werkelijkheid is het getal nog veel kleiner (Ik zei het al: Sterk vereenvoudigd). Een van de goed "voorspelde" wedstrijden was bijvoorbeeld AC Milan - Steaua Bukarest, 40.

Geloof mij: Ik heb waarschijnlijk geen bijzondere gaven.
Ten eerste heb ik geen echte voorspellingen gedaan (Ik heb wel aardig wat knaakjes geïncasseerd in de kroeg.).
Ten tweede had ik geen idee van de ruststanden (Scheelde helaas een hoop knaakjes.).
Ten derde had ik in die tijd misschien wat meer inzicht in voetbal.
Ten vierde -en dat is heel belangrijk- Ik kan het niet herhalen.

Zo raar is het niet dat iemand, van een groep van duizenden mensen, in een halve eeuw tijd eens een keer zoiets overkomt.

Hoewel... Nu ik dit schrijf... 8,916,100,448,256 is ruim 1000 keer zo veel als de totale wereldbevolking....

Intrigerende woorden (12) Twaalf

Twaalf

Een belangrijk telwoord.

Bijzonder aan "twaalf" is dat er geen enkel woord op rijmt.

Nu komt dat wel meer voor, maar "twaalf" en een paar van mijn eerdere intrigerende woorden ("herfst", "ernst") behoren tot het basis-vocabulaire.

Ook in andere talen komt dit voor.

"Roeien" is een voorbeeld in het Grönnigs.
"Snuiuph" in het Etruskisch ("meer" of "heel veel").

Intrigerende woorden (11) Vermolmdst

Vermolmdst


Alweer een cluster van vijf consonanten.

Voor ons al merkwaardig. Voor mensen die opgegroeid zijn met talen waarin alle lettergrepen uit een consonant plus een vocaal bestaat bijna onmogelijk. "veremolemedesete" zou mijn Chinese vriendin vermoedelijk zeggen.

woensdag 19 mei 2010

RODE DRAAD (2)

Een beetje raar.

Een paar dagen geleden schreef ik RODE DRAAD (1).
Daarin stond een ogenschijnlijk te lang stukje over de diepgang die andere, veelal oudere en slechtere, schrijvers hebben ("Wie goed doet, goed ontmoet."). Ik heb er nog aan gedacht om het te bekorten, maar vond het niet de moeite waard.
Ik heb enkele kennissen gevraagd om "Het Ontstoffen" te lezen.
Ik bedacht dat ik zelf ook wel wat onderzoek kon doen. Bij Toonder weet je het nooit. Elk woord kan een diepere betekenis hebben.

Ik googlede "Holle" en las het sprookje van "Vrouw Holle" (Grimm), dat ik niet kende, al zal ik het vast vroeger wel eens gehoord hebben.
Dit is een zuiver geval van "Wie goed doet, goed ontmoet."!
In het kort:
Er was eens een weduwe met twee dochters. De ene was lelijk en lui, de andere was mooi en vlijtig. De moeder hield veel meer van de luie lelijke.
Deze laatste liet eens een spoel uit haar door het spinnen bloedende handen glippen, recht in de waterput. Ze ging erachter aan en werd wakker in het mooie land van vrouw Holle. Ze deed daar haar best en kwam met goudstukken overladen weer terug.
De moeder stuurde nu ook de luie lelijke de put in.
De luie lelijke wilde ook wel wat goud, maar was te lui en werd uiteindelijk overdekt met pek.

Is ook dit een stukje van het rode draadje in mijn leven?

donderdag 6 mei 2010

RODE DRAAD (01)

Marten Toonder was naar mijn mening één van de grootste schrijvers die Nederland gekend heeft. Hij illustreerde zijn verhalen zelf. Daardoor was hij een maker van "beeldverhalen", een striptekenaar. Tot in de jaren '60 werd over dit genre gezegd, dat het kinderen "leeslui" maakte en het dus vermeden of zelfs verboden moest worden

Marten Toonder was, naar hij zelf zei, een verhaaltjesverteller.
Maar hij was meer.
In vele van zijn werken zat veel diepte.
In de verhaaltjes van anderen bleef het leerzame beperkt tot iets stichtelijks als "Wie goed doet, goed ontmoet". Je kent het wel:
Pietje was gierig en hield alle pitahaja's zelf. Omdat Pietje zijn pitahaja's niet in een keer op kon krijgen zag hij de helft verrotten. En omdat hij er veel te veel naar binnen gewerkt had werd hij helemaal groen met paarse spikkeltjes. En alle meisjes vonden hem een lelijkerd.
Brave Henk deelde heel verstandig zijn fruit: Zo had iedereen wat en hoefde er niets weggegooid te worden. En het deugdzame meisje dat elke zondag trouw naar catechismus ging, vond Brave Henk de geschikte man om 34 kinderen voor te baren.
"Wie goed doet goed ontmoet"

Marten Toonder was een meester in het abstraheren en vervolgens personificeren van elementen uit de maatschappij. En maakte daarvan en daarover bijna allegorische verhalen.

Een van de eerste "Bommels" die ik ooit las heeft op meerdere punten in mijn leven een belangrijke rol gespeeld.

Het heette:

HET ONTSTOFFEN

Ik las het in 1975.